Hoe verloopt de aanvraag voor een brandveiligheidsattest?

Het logiesdecreet verdeelt jeugdverblijven in verschillende categorieën. Jeugdverblijven uit categorie 1 en 2 moeten een aanvraag indienen bij een private keuringsinstantie die is aangeduid door Toerisme Vlaanderen. Jeugdverblijven uit categorie 3 vragen het brandveiligheidsattest aan bij de burgemeester waar het verblijf gelegen is. Via de brandpreventiedienst van de stad of gemeente kan je navragen of dit via een e-loket of aanvraagformulier moet aangevraagd worden. Het brandveiligheidsattest is het enige document dat aantoont dat het jeugdverblijf voldoet aan de geldende brandveiligheidsvoorwaarden. 

Welke private keuringsinstantie werd door Toerisme Vlaanderen aangeduid?

Vinçotte vzw werd door Toerisme Vlaanderen aangeduid. Je kan de organisatie via volgende contactgegevens bereiken: Vinçotte vzw, Bollebergen 2a bus 12, 9052 Zwijnaarde, 09 244 77 48 of via brandattest@vincotte.be.

Hoe verloopt de procedure als de aanvraag wordt ingediend bij de burgemeester?

  1. De burgemeester geeft opdracht aan de brandweer om een inspectiebezoek te verrichten in het jeugdverblijf.
  2. De brandweer geeft advies aan de burgemeester in verband met de brandveiligheid van het jeugdverblijf, rekening houdende met alle wetten en decreten die slaan op dat jeugdverblijf.
  3. Het advies van de brandweer wordt pas bindend als de burgemeester dat advies onderschrijft. De burgemeester volgt meestal het advies van de brandweer en levert een brandveiligheidsattest of een weigering van attest aan de uitbater.

Welke types brandveiligheidsattesten bestaan er?

Er zijn vier types brandveiligheidsattesten:

- Type A: het verblijf voldoet aan de specifieke brandveiligheidsnormen. Je mag het verblijf uitbaten.
- Type Abis: een positieve aanvulling op het attest A na een uitbreiding of werkzaamheden aan je verblijf. Het bewijst dat de uitbreiding of het gewijzigde deel van je verblijf eveneens voldoet aan de brandveiligheidsvoorwaarden. Je mag het verblijf uitbaten.
- Type B: een tijdelijk attest dat aangeeft dat je verblijf niet volledig voldoet aan de specifieke brandveiligheidsnormen, maar de veiligheid van de verblijvende groepen en de medewerkersniet ernstig in het gedrang komt. Je mag het verblijf uitbaten maar je moet wel een stappenplan bezorgen aan de burgemeester waarin je uitlegt hoe je de tekortkomingen zal wegwerken.
- Type C: het verblijf voldoet niet of niet meer aan de specifieke brandveiligheidsnormen. Je mag het logies niet uitbaten tot je over een nieuw attest A of B beschikt.

Kunnen afwijkingen aangevraagd worden op het logiesdecreet?

Je kan bij de Technische Commissie Brandveiligheid voor het toeristische logies beroep aantekenen tegen een attest B of C of als je na 2 maanden geen antwoord hebt gekregen op je aanvraag voor een brandveiligheidsattest. Je kan bij deze commissie ook een afwijking aanvragen als je verblijf niet kan voldoen aan één of meer specifieke brandveiligheidsnormen. Bij een afwijkingsaanvraag stel je een alternatieve oplossing of maatregel voor die een gelijkwaardig veiligheidsniveau moet beiden. Technische Commissie Brandveiligheid beoordeelt je voorstel. Ook CJT vzw maakt deel uit van deze commissie.

Heb je een dergelijk probleem, neem dan contact met ons op of stuur rechtstreeks een aanvraagformulier naar beroepscommissie@toerismevlaanderen.be

Kunnen afwijkingen aangevraagd worden op de federale basisnormen?

Ja, ook op de federale basisnormen kan je een afwijking aanvragen. Hiervoor moet je een mail sturen naar brandpreventie.scv-pcb@ibz.be. Voor meer informatie en een modelaanvraagformulier kan je terecht op de website van de civiele veiligheid

Wanneer vraag je een nieuw brandveiligheidsattest aan?

We stellen vast dat het hele proces om tot een nieuw brandveiligheidsattest te komen tot een jaar kan duren (keuringen, bezoek brandweer, eventuele aanpassingen uitvoeren, handtekenening burgemeester ...), dus tijdig beginnen is de boodschap!

Welke wetgeving is nog van toepassing op vlak van brandveiligheid?

De wet betreffende de preventie van brand en ontploffing verplicht de aansprakelijkheidsverzekering 'objectieve aansprakelijkheid brand en ontploffing' voor elk publiek toegankelijk gebouw. De definitie van publiek toegankelijk gebouw vermeldt niet expliciet de jeugdverblijven, toch is de verzekering een absolute aanrader.

Afhankelijk van jeugdverblijf tot jeugdverblijf kan nog andere wetgeving op vlak van brandveiligheid van toepassing zijn. Zo is de bouwproductrichtlijn op Europees niveau de voornaamste richtlijn en werden op federaal niveau sinds 1995 of 1998 (afhankelijk van de hoogte) voor 'nieuwe' gebouwen basisnormen uitgevaardigd (zie hierboven). Ook de lokale overheid is vrij bijkomende brandveiligheidsnormen in te voeren, voorzover deze niet zijn opgenomen in wetgeving van een hogere overheid. 

Wie personeel in dienst heeft, moet voldoen aan het koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen. Toelichting over dit KB vind je op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Enkele artikelen uit het ARAB (Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming) blijven echter wel behouden (zie KB 28 maart 2014, artikel 21§2).

Aan welke voorwaarden moeten pictogrammen voldoen?

Sinds 2012 wordt verwezen naar de Europese norm iso7010. Bestaande pictogrammen moeten niet vervangen worden maar het is uiteraard wel aangewezen om bij aankoop de bieuwe norm te hanteren. Let wel: het volgen van de norm iso 7010 is geen wettelijke verplichting. 

Wie mag brandwerende deuren plaatsen?

Vandaag is het voldoende dat de brandwerende deur geplaatst wordt volgens de plaatsingsvoorschriften van de fabrikant. Je kan de brandwerende deur dus zelf plaatsen of een beroep doen op eender welke schrijnwerker, tenzij de plaatselijke brandweer een gecertificeerde plaatser eist.

Hoe wordt rook gedetecteerd?

Er bestaan handmelders en verschillende soorten detectoren: rookdetectoren, thermovelocimetrische detectoren en optische detectoren. De detectoren  worden ingeschakeld in een branddetectiecentrale. 

Welke blusmiddelen zijn er nodig in een jeugdverblijf?

De keuze van blusmiddelen hangt samen met de brandklassen.

Klasse A: brandbare vaste stoffen (papier, hout, dekens, televisietoestellen, ...)
* blusmiddelen: water, ABC-poederblusser
Klasse B: brandbare vloeistoffen (frituurvet, olie, benzine,...)
* blusmiddelen: ABC-poederblusapparaten, CO2-blusapparaten, branddeken, schuimblussers (minder geschikt voor frituurbranden)
Klasse C: brandbare gassen (aardgas, propaan, butaan,...)
* blusmiddelen: ABC-poederblusapparaten of CO2-blusapparaten

 

© 2024 CJT vzw • BE 0409.153.027 • privacyverklaringcookiepolicysitemap Quoted.be
Om je surfervaring te verbeteren maakt CJT gebruik van cookies. Meer informatie   OK