Kampvuur

Het maken van kampvuur kent een sterke traditie. Maar niet elke verblijvende groep maakt er eentje. Het zijn vooral jeugdwerkverenigingen die daarin tijdens de zomermaanden een traditie hebben, al zien we dat ook heel wat scholen en andere groepen hun uitstap graag afsluiten rond het vuur.

Maar waarom maken groepen een kampvuur? Hieronder gaan we daarop dieper in, we zoeken uit wat de meerwaarde is en welke maatregelen genomen moeten worden om alles op een goede manier te organiseren. Het gaat dan niet alleen over wetgeving, maar ook over bezorgdheid rond de klimaatimpact.

Fijn stof en CO2

Lees meer

Door de klimaatcrisis wordt er steeds kritischer gekeken naar het maken van open vuur. Het mag dan niet verwonderen dat bij kampvuur de buren uitbaters en groepen hierop aanspreken. Is die opmerking dan terecht? Ja, door kampvuur komt inderdaad CO2 en fijn stof vrij waardoor er een negatieve impact is op het klimaat, de luchtkwaliteit en onze gezondheid. Is het dan verdedigbaar om nog kampvuur te maken? Toch wel, er zijn enkele goede redenen om de traditie van een kampvuur verder te zetten, op voorwaarde dat er rekening wordt gehouden met een aantal zaken.

De troeven van een kampvuur

Lees meer

Voor veel kinderen en jongeren is een kampvuur een unieke belevenis, dat op zich is een meerwaarde. Maar er zijn nog pluspunten. Dankzij een kampvuur leren kinderen en jongeren omgaan met vuur, een belangrijke vaardigheid die ze thuis en op school niet altijd kunnen ontwikkelen. Enerzijds komen ze spelenderwijs in contact met de noodzakelijke elementen om vuur te maken, anderzijds staan ze ook onbewust stil rond de risico’s die vuur met zich meebrengt en hoe ze die tot een minimum kunnen beperken.

Verder is er nog een belangrijk sociaal aspect verbonden aan een kampvuur, namelijk het samenwerken in groep. Ze moeten hout sprokkelen, het vuur opbouwen en duidelijke afspraken maken rond wie het vuur zal aanmaken en doven. Al die aspecten samen, en in het bijzonder het vuur op zich, zorgen ervoor dat het maken van kampvuur een ideale manier is om tot een unieke groepssfeer te komen. Kortom: er zijn dus heel wat goede redenen om het kampvuur te verdedigen.

Wat kan er wel en niet?

Lees meer

Wil je op je domein kampvuur aanbieden, dan moet je rekening houden met enkele wettelijke bepalingen.

Melden of aanvragen?

Sinds 2019 (via het decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw) volstaat het om als uitbater de mogelijkheid van kampvuur éénmalig te melden aan de gemeente. De gemeente kan op basis van die melding bijkomende regels opleggen of alsnog het kampvuur verbieden. Zonder bericht kan er wel gewoon vuur gemaakt worden. Voor een kampvuur op minder dan 25 meter van een bos- of natuurgebied of op minder dan 100 meter van heide moet toestemming gevraagd worden aan het Agentschap Natuur en Bos. 

Droogte

Het Agentschap Natuur en Bos hanteert voor hun bossen kleurcodes die vooral van toepassing zijn in periodes van droogte. Bij kleurcode geel, oranje of rood is roken en vuur maken in en rondom bos- en natuurgebieden verboden. Een uitzondering geldt opnieuw voor kampvuren en kookvuren tijdens jeugdkampen. Die mogen ook nog georganiseerd worden bij kleurcode geel. Aan die uitzonderingen zijn wel enkele regels verbonden. We lijsten ze hieronder op:

  • Er mogen geen brandbare materialen in de omgeving liggen.
  • Er mogen geen brandversnellers gebruikt worden.
  • Er moet altijd iemand bij het vuur aanwezig zijn.
  • Er moeten blusmiddelen aanwezig zijn.
  • Het vuur moet gedoofd worden na de activiteit.

 

De vier kleurcodes
GROEN:
weinig gevaar
Er is geen bijzonder risico op brand in natuurgebieden.
GEEL:
gevaar

De natuurgebieden beginnen droger te worden waardoor het risico op brand groter wordt. Beheerders en brandweer zijn extra waakzaam.

ORANJE:
hoog gevaar

Het is erg droog en brandgevaarlijk in natuurgebieden. Wees voorzichtig, rook niet in natuurgebieden en bossen. Laat kinderen niet zonder toezicht in het terrein. Beheerders en brandweer zijn extra waakzaam. De brandtorens worden overdag bemand.

ROOD: extreem hoog gevaar

Het is extreem droog en brandgevaarlijk in de natuurgebieden. Om veiligheidsredenen wordt de toegang tot het gebied afgeraden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De provincies Antwerpen en Limburg nemen de kleurcodes van Afdeling Natuur en Bos steeds over. De bepalingen die vasthangen aan die codes, gelden in dat geval voor het volledige grondgebied. De andere provincies overwegen ook om de codes over te nemen, maar tot op vandaag is dat nog niet het geval. Je kan dan bij onduidelijkheid best informeren bij je gemeente.

Afval verbranden

In de Vlaamse milieuwetgeving staat een verbod op het verbranden van afval. Hout wordt in die wetgeving ook als afval beschouwd met opnieuw een specifieke uitzondering voor hout in functie van een kampvuur. De voorwaarde is wel dat enkel droog en onbehandeld hout gebruikt wordt. Andere houtproducten zoals triplex, vezelplaat of andere samengestelde houtproducten vallen daar niet onder.

Rookhinder

Tot slot zorgt kampvuur ook voor rookhinder. Bepalingen rond rookhinder worden vermeld in het Burgerlijk Wetboek en de Vlaamse wegcode. In een notendop komt de wetgeving hierop neer: rookhinder is toegestaan als het tot een minimum wordt beperkt. Dus ook hier is de stelregel: werken met droog en onbehandeld hout! Op die manier kan je conflicten met de buren en gevaarlijke situaties in het wegverkeer vermijden.

Groepen ondersteunen

Lees meer

Om de veiligheid te verhogen en de impact op het klimaat en de omgeving te beperken, kan je de groepen ondersteunen met enkele richtlijnen en concrete initiatieven. Die liggen liefst in lijn met de richtlijnen en initiatieven die de jeugdwerkkoepels naar hun groepen communiceren. Wat kan je doen?

Alles start met een goede communicatie. Zo neem je gemaakte afspraken met de brandweer of gemeentediensten best op in je huishoudelijk reglement. Maak die afspraken daarbij zo concreet mogelijk. Wijs groepen bij aankomst nog eens op dit huishoudelijk reglement en help hen waar mogelijk. Je kan polsen naar de timing van hun kampvuur en hen bijvoorbeeld informeren over de weersomstandigheden en de actuele kleurcodes van het Agentschap Natuur en Bos. Wil je dat informatie goed doorstroomt, dan kan je de groep vragen om één iemand aan te duiden die voor het kampvuur de verantwoordelijkheid draagt. Van die persoon kan je dan verwachten dat die aanwezig is van het begin tot het einde van de activiteit.

Als voorbereiding op het kampvuur is hout sprokkelen voor veel groepen een activiteit op zich. Takken of stammen aftrekken en omzagen hoort daar uiteraard niet bij. Maar ook sprokkelen is niet zo onschuldig. Voor veel dieren is het dode hout namelijk hun leefomgeving. Om intensief sprokkelen te vermijden, neem je als uitbater best initiatief en stuur je groepen naar verschillende plaatsen en vraag je om het sprokkelen tot het absoluut noodzakelijke te beperken. Als uitbater kan je bovendien nog wat droog hout ter beschikking stellen. Zo is een goede verbranding gegarandeerd en blijft de rookhinder beperkt.

Een groot kampvuur is spectaculair, maar tegelijk onveilig. Om de omvang van een kampvuur subtiel te verkleinen is het raadzaam om zelf in een kampvuurkring te voorzien. De basisregel die door het jeugdwerk verspreid wordt is een diameter van 1,5 meter en een maximale hoogte van de vlammen van 2 meter. Bijkomend voordeel van een kampvuurkring is dat je als uitbater (eventueel in overleg met de brandweer) de veiligste locatie kiest. Tot slot beperkt een klein kampvuur ook de impact op het milieu en de omgeving. Wil je de impact verder verkleinen, dan kan je eventueel nog het aantal kampvuren per verblijf beperken en een maximale tijdsduur instellen. Soms legt de gemeente zelf reeds beperkingen op in dit verband.

Tijdens het kampvuur worden er uit veiligheidsoverwegingen best blusmiddelen voorzien in de onmiddellijke omgeving. Water en zand zijn eigenlijk het minimum. Ook hier kan je als uitbater initiatief nemen door de nodige tips, richtlijnen en zelfs blusmiddelen te geven.

Enkele bijkomende richtlijnen van de jeugdwerkkoepels

Lees meer

Hoe frequenter de tips, richtlijnen en wettelijke verplichtingen herhaald worden, hoe groter de kans dat ze door de groepen gevolgd worden. Dat beseffen de jeugdwerkkoepels ook. Als uitbater sta je er dus niet alleen voor. De informatie in deze seizoenstip wordt ook uitgedragen door de koepels. Ze geven zelfs nog wat extra richtlijnen mee.

De jeugdwerkkoepels raden een kampvuur zelf af bij felle wind of windstoten (meer dan 5 Beaufort). Ook adviseren ze om geen vuur te maken in een droge weide of onder een boom en de stapel brandhout op een veilige afstand te leggen. Tot slot wijzen ze voor het afbakenen van de vuurkring ook op het gevaar van door water doordrongen stenen omdat die kunnen uiteenspatten wanneer het water opwarmt tot stoom.

Verder vragen de koepels om het aanmaakhout bovenop de houtstapel te leggen, zodat het vuur zich van boven naar onder kan verspreiden en dikkere boomstammen en takken te splijten. Dat zorgt voor een meer volledige en zuivere verbranding, waardoor er veel minder schadelijke stoffen worden uitgestoten.

© 2024 CJT vzw • BE 0409.153.027 • privacyverklaringcookiepolicysitemap Quoted.be