Speeltoestellen

Speeltoestellen kunnen de aantrekkelijkheid van een jeugdverblijf verhogen. Het spreekt wel voor zich dat ze veilig moeten zijn. Sinds enkele jaren is dit ook wettelijk geregeld.

Het koninklijk besluit van 2001

Aan elk jeugdverblijf is een speelterrein verbonden, maar niet elk speelterrein valt onder het koninklijk besluit van 2001. We moeten dus eerst bekijken wanneer je speelterrein valt onder dit kb. 
Een speelterrein is volgens het kb 'een ten behoeve van spel en/of ontspanning geplande en daartoe ingerichte ruimte waarin zich minstens één speeltoestel bevindt'. Een speeltoestel is volgens hetzelfde kb 'een product bestemd voor vermaak of ontspanning, ontworpen of kennelijk bestemd om te worden gebruikt door personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, waarbij uitsluitend van zwaartekracht of fysische kracht van de mens gebruik wordt gemaakt en bestemd voor collectief gebruik op een tijdelijk of blijvend speelterrein'. Wat het kb expliciet niet als een speeltoestel beschouwt, is 'een tijdelijk toestel dat als element van hun spel door kinderen, onder toezicht, voor zichzelf worden vervaardigd'. 

Wanneer geldt het kb?

Wat betekent dit concreet? Klassieke voorbeelden van speeltoestellen zijn schommels, glijbanen, enz. Binnen dit kb spreekt men van een speelterrein als er minstens één dergelijk toestel geplaatst is. Door een groep gesjorde constructies of door hen gebouwde kampen of een omgevallen boom worden niet als speeltoestel beschouwd.

Een speelterrein zonder speeltoestel valt nooit onder het kb.

De belangrijkste verplichtingen

Omgekeerd: vanaf het moment dat er minstens één speeltoestel aanwezig is en je terrein dus wel als speelterrein wordt beschouwd, valt je volledige terrein onder het kb en dus niet enkel het speeltoestel. Op dat moment gelden er een aantal specifieke regels:

  • Voor het volledige speelterrein moet een risicoanalyse uitgevoerd worden.
  • Op basis hiervan moeten preventiemaatregelen worden bepaald en toegepast.
  • Er moet een inspectie- en onderhoudsschema worden opgesteld.
  • Op elk speelterrein moet een bord hangen met naam en adres van de uitbater.
  • Waarschuwingen zoals 'gebruik op eigen risico' zijn verboden.
  • Elk speeltoestel moet een eigen nummer krijgen.
  • De uitbater moet steeds kunnen aantonen dat bovenstaande stappen worden gevolgd. Dit wordt dan ook best op papier gezet.
  • Elk ongeval dat blijvende letsels veroorzaakt, moet gemeld worden aan het Ministerie van Economische Zaken.

Speeltoestellen geplaatst na 1 juni 2009

Voor speeltoestellen geplaatst na 1 juni 2009 gelden nieuwe veiligheidsnormen. Hierdoor moet in het schema duidelijk worden aangegeven van wanneer de speeltoestellen dateren en of de controle werd uitgevoerd aan de hand van de oude dan wel de nieuwe regelgeving.
Als speeltuigen die dateren van voor 1 juni 2009, hersteld worden, zijn deze werkzaamheden toch niet onderhevig aan de nieuwe veiligheidsnormen. Anderzijds kan het natuurlijk geen kwaad dat de nieuwe normen worden toegepast.

Alle wetgeving

Als je geen speeltoestellen hebt en je speelterrein dus niet onder dit kb valt, blijft toch de wet uit 1994 gelden die de veiligheid van consumenten regelt. Het voornaamste principe hier is: handel als een goede huisvader.

Alle wetgeving vind je terug op de website van het ministerie van economie. Je kan ook rechtstreeks informatie inwinnen bij vzw Speelom.

© 2024 CJT vzw • BE 0409.153.027 • privacyverklaringcookiepolicysitemap Quoted.be
Om je surfervaring te verbeteren maakt CJT gebruik van cookies. Meer informatie   OK