Het Vlaamse grondgebied is een groot lappendeken van verschillende bestemmingen. Er zijn gebieden bestemd voor wonen, recreatie, landbouw, bos enz. Voor elk van deze zones wordt bepaald welke functies er mogelijk zijn. Voor jeugdtoerisme zijn de zone-eigen bestemmingen:
- woongebied
- zone voor recreatie of verblijfsrecreatie (niet dagrecreatie dus)
- zone voor gemeenschapsvoorzieningen, op voorwaarde dat het gaat om een door Toerisme Vlaanderen erkend jeugdverblijfcentrum
- zone voor jeugdcamping
M.a.w. een jeugdverblijf in één van bovenstaande zones is in principe zone-eigen. “In principe”, want de praktijk is veel ingewikkelder dan de theorie. Gemeentes, provincies en het Vlaams gewest kunnen nl. voor bepaalde gebieden de regels verfijnen (via een RUP). Dit kan in twee richtingen werken. Enerzijds kan bijv. een jeugdverblijf in parkgebied toch zone-eigen zijn als voor dat specifieke parkgebied omschreven staat dat er ook verblijfstoerisme mogelijk is. Anderzijds kan bijv. een jeugdverblijf in woongebied zonevreemd zijn als er voor dat specifieke gebied expliciet wordt vermeld dat recreatie niet kan.
Als je echt zeker wil zijn, kunnen we slechts één advies geven: ga langs bij de gemeente. Daar kunnen ze je vertellen of je jeugdverblijf zonevreemd dan wel zone-eigen is gelegen.
Zonevreemdheid kan vooral vervelende gevolgen hebben op het moment dat je wil verbouwen en dus een omgevingsvergunning nodig hebt.
Je leest er alles over in onderstaande publicatie.